Begroting 2019

Onderwijs

4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken

4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken

Tot dit taakveld behoren het lokaal onderwijsbeleid en de leerlingenvoorzieningen, waaronder onderwijsondersteuning, achterstandenbeleid, volwasseneducatie, peuterspeelzalen, leerlingenvervoer, leerplicht en leerlingenzorg en –begeleiding.

Lokaal onderwijs
De gemeente heeft een aantal verantwoordelijkheden ten aanzien van opvang en onderwijs, met name:

  • volwasseneneducatie (gemeente Sluis is kassier);
  • toezicht en handhaving van de kwaliteit van kinderopvang;
  • leerlingenvervoer;
  • uitvoering van de leerplichtwet;
  • uitvoering van de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (die is gericht op het voorkomen van voortijdig schoolverlaten);
  • uitvoering van de wettelijke verantwoordelijkheden binnen het onderwijsachterstandenbeleid (met name de wettelijke taken op het terrein van voor- en vroegschoolse educatie);

Op grond van bestuursafspraken heeft de gemeente bovendien de opdracht om te zorgen voor voldoende en financieel toegankelijk aanbod in een voorschoolse voorziening voor alle peuters waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag en voor peuters die een risico lopen op onderwijsachterstanden. Wij zien peuterspeelzaalwerk als een basisvoorziening binnen het preventief jeugdbeleid. We willen dit beschikbaar blijven houden voor elke peuter in onze gemeente. We willen dat iedere peuter kan profiteren van een hoogwaardig VVE-aanbod. Bovendien moeten we realiseren, dat iedere peuter die het risico loopt op onderwijsachterstanden extra uren naar de peutergroep/voorschoolse educatie mag komen en kan profiteren van een kwalitatief hoogwaardig VVE-aanbod.

Daarnaast heeft de gemeente de maatschappelijke (en soms wettelijke) opdracht, of belang om een goede afstemming en samenwerking te realiseren met onderwijs, opvang en maatschappelijke organisaties op diverse terreinen. Dit betreft onder andere de aanpak van laaggeletterdheid, de aansluiting (passend) onderwijs op zorg, de brede-schoolaanpak, het voorkomen van voortijdig schoolverlaten, de aansluiting onderwijs op de arbeidsmarkt en het komen tot een toekomstbestendig, bereikbaar, kwalitatief hoogwaardig en betaalbaar aanbod van voorzieningen voor opvang en onderwijs in onze regio. Dit laatste vormt gezien de teruglopende leerlingenaantallen en de uitstroom naar Vlaanderen een belangrijk thema binnen onze gemeente en de regio Zeeuws-Vlaanderen.

Belangrijke ontwikkelingen
Sinds 2013 werken de drie Zeeuws-Vlaamse gemeenten, de vijf schoolbesturen en de drie kinderopvangkoepels intensief samen in de sturing op een duurzaam bestand voor kindvoorzieningen van 0 tot 12 jaar. Om de ontwikkelkansen te vergroten en de weglek naar België te verminderen wordt ingezet op het investeren in jonge kinderen. Dat wordt onder andere gedaan door het aanbieden van een uitgebreider aanbod van de peutergroepen in de vorm van startgroepen. Ouders kunnen in een aantal kernen in de grensstreek tegen een aantrekkelijk tarief 4 of 5 dagdelen peuterspeelzaalwerk/voorschoolse educatie afnemen. Naar de toekomst toe is de continuïteit van de financiering (nu mede mogelijk gemaakt op grond van een tijdelijke regeling voor het basisonderwijs, waarvoor het ministerie expliciet toestemming heeft gegeven) én het verkrijgen van regelruimte de grootste uitdaging. Wij werken momenteel samen met de Zeeuws-Vlaamse gemeenten, kinderopvanginstellingen en het basisonderwijs aan een plan om de startgroepen te continueren (en indien mogelijk uit te breiden naar de gehele grensstreek). We zijn ook in gesprek met de ministeries van SZW, OCW en BZK. Het ligt in de rede dat gemeenten een financiële bijdrage moeten leveren aan de startgroepen. De hoogte van dit bedrag is afhankelijk van het gekozen scenario, het aantal ouders dat voor het alternatief in Nederland kiest en de mate waarin het Rijk bereid is om bij te dragen in de vorm van experimenteerruimte, regelruimte en financiële ruimte.

Met ingang van 2019 wordt het landelijk beschikbare budget voor onderwijsachterstandenbudget herverdeeld. Het kabinet kiest nu voor een verdeelsleutel waarmee de onderwijskansen worden vergroot van kinderen die dit het hardst nodig hebben. In het nieuwe systeem gaat ook minder meetellen waar een kind woont: er wordt meer gekeken naar het risico op een achterstand dan of het kind in een kleine of grote gemeente woont. Dat geld wordt vooral gebruikt voor voorschoolse educatie: peuters met een risico op een achterstand leren dan spelenderwijs de Nederlandse taal op de kinderopvang. Het kabinet wil gemeenten verplichten om het aanbod voor deze zogenaamde doelgroeppeuters uit te breiden van 10 naar 16 uur per week en de kwaliteit verder te verhogen. Voor de gemeente Terneuzen betekent deze beleidswijziging een stapsgewijze  jaarlijkse toename van het budget tot indicatief 1,5 miljoen euro per jaar. De precieze bedragen zijn op dit moment nog niet bekend en zullen worden verwerkt bij de 1e burap in de begroting 2019. We beschouwen 2019 als een overgangsjaar. We starten dit najaar samen met de kinderopvanginstellingen met de voorbereiding en zien mogelijkheden om een deel van dit budget in te zetten voor de al genoemde startgroepen.

Nu alle partijen hebben ingestemd met het transitieplan Voortgezet onderwijs Zeeuws-Vlaandren en DUO heeft ingestemd met de scholenfusie in Terneuzen en de bestuurlijke fusie in Zeeuws-Vlaanderen, treedt het financieel arrangement in werking.

Natuur&Zo
Natuur&Zo, centrum voor natuur- en milieu-educatie Zeeuws-Vlaanderen verzorgt en ondersteunt in opdracht van de Zeeuws-Vlaamse gemeenten activiteiten en projecten in het kader van natuur, milieu en leefbaarheid. De financiering van Natuur&Zo wordt momenteel opnieuw bekeken.

Lasten, baten en saldo

x € 1.000

Lasten

€ 3.904

54,4 %

Baten

€ 1.855

75,9 %